Nieuwsbrief St.Pensioenbehoud van 14 -1-2013.

Risicovrije rente en risicovrije pensioenen bestaan niet

De Staatssecretaris van SZW Jetta Klijnsma heeft op 7 januari 2013 haar instellingsbesluit voor de Commissie UFR in de Staatscourant gepubliceerd (zie bijlage). Deze commissie heeft tot taak om

te bezien of de Ultimate Forward Rate (UFR) methode zoals met ingang van 30 september 2012 wordt toegepast op de rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen aanpassing verdient met het oog op de structurele toepassing na 2013, waarbij uitgangspunten zijn een UFR die een zo goed mogelijke benadering vormt van de risicovrije rente die op lange termijn mag worden verwacht, en een toepassing van de UFR waardoor de rentetermijnstructuur in zijn geheel een zo goed mogelijke benadering vormt van de risicovrije rente.” Deze zogenaamde ‘risicovrije’ rente moet worden gebruikt door de pensioenfondsen om hun pensioenverplichtingen te berekenen en is de oorzaak van veelal onnodig korten van de pensioenen. Zo wordt het uitgestelde loon van de werkenden en gepensioneerden door de overheid benadeeld met onjuiste regelgeving die juist bedoeld is om de belanghebbenden te beschermen tegen financiële risico’s zodat een goed leven na de pensionering mogelijk is. Hoezo beschermen? Deze foute regelgeving kan misbruik van overheidsmacht worden genoemd en is onnodig en immoreel. Dit punt heeft dus niets te maken met het verwachte circa 8 jaar langer leven van de huidige jongeren ten opzichte van ouderen die toen net zo oud waren. Die moeten gewoon meer premie betalen of later met pensioen of een versoberde regeling accepteren voor het veel langer genieten van hun pensioen. Zoals de praktijk (weer) heeft aangetoond, bestaat er géén ‘risicovrije’ rente. De euro-obligaties van b.v. Griekenland waarin banken, verzekeraars en pensioenfondsen hadden belegd,  zijn zelfs afgewaardeerd en hebben een groot deel van hun waarde verloren. Hoezo risicovrij? Beleggingen buiten de eurozone hebben altijd valutarisico. Hoezo risicovrij? De waarde van een goed of dienst is alleen gebaseerd op vertrouwen. Om die reden hebben wij op 3 januari 2013 in een brief aan Staatssecretaris Klijnsma (zie bijlage) gevraagd om de juistheid van de huidige principes van de rentetermijnstructuur oftewel de rekenrente in zijn algemeenheid (en niet alleen van de UFR) door een team van deskundigen te laten onderzoeken, bij voorkeur door buitenlanders vanwege hun onafhankelijkheid van de regering, politiek en sociale partners. De huidige rekenrente op basis van de Europese interbancaire swaps is namelijk zes jaar geleden vastgesteld door de toenmalige minister van SZW De Geus zonder een solide wetenschappelijk onderzoek en verdient daarom een herbeoordeling op juistheid, zeker gezien de constatering dat ‘risicovrij’ niet bestaat. Wat is het belang van het gedwongen gebruik van een ‘risicovrije’ rente? Het gebruik van de zogenaamde (niet bestaande) ‘risicovrije’ rente wordt door de overheid zelf gemotiveerd met de reden dat de opgebouwde pensioenaanspraken (van de werkende) evenals de pensioenrechten (van de gepensioneerde) zogenaamd gegarandeerd dus zeker zouden zijn oftewel ‘risicovrij’. Maar onder de oude Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) was er al geen garantie of zekerheid voor de opge-bouwde pensioenen. En volgens de nieuwe Pensioenwet (PW) sinds 1 januari 2007 ook niet vanwege de uitdrukkelijke kortingsmogelijkheid van het pensioen in artikel 134 PW en zijn dus juridisch niet ‘risicovrij’. In de PW wordt gesproken van een zekerheid van 97,5%; dat is toch niet ‘risicovrij’? Maar daarop hebben de pensioenfondsen in de praktijk niet gewezen en dat is hen aan te rekenen. Het korten kan wel meer dan 5 miljoen gepensioneerden treffen en is dus rampzalig van omvang. Het is te verwachten dat niet iedereen zich bij de verwachte forse kortingen in april zal neerleggen maar naar de rechter zal stappen. Daarom is de Stichting Pensioenbehoud voorstander van het uitgangspunt dat ‘risicovrij’ niet bestaat voor de rekenrente en evenmin voor het pensioen. Daarom kan volgens ons alleen een realistische rekenrente worden gebruikt door het langdurig gemaakte rendement van ieder fonds te hanteren minus een risico-afslag per fonds. Daarvan proberen wij de politiek te overtuigen en hopelijk zal een onafhankelijke onderzoekscommissie van (buitenlandse) deskundigen hetzelfde standpunt innemen. Dan kan de nieuwe rekenrente veel onnodige kortingen voorkomen en die kortingen zijn dus niet onontkoombaar zoals vaak wordt gesteld.

Om te zien hoe solide ons huidige pensioenstelsel is, zie “mijn herberekeningen” op de website http://michielverbeek.nl/Item.aspx?id=1342. Zijn conclusie: de AOW wordt een probleem, niet de bedrijfspensioenen. En als de kortingsbrief van uw pensioenfonds onverhoopt op de deurmat valt, kunt u dit melden via email aan de journalist Sameer van Alfen op svalfen@telegraaf.nl.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 14 januari 2013.